Een deel van het probleem zit hem in de opleiding.
Zo zijn er genoeg verpleegkundigen niveau 2 maar is er veel meer vraag naar niveau 3 en hoger. Verder zijn er, met name vanwege de crisis, te weinig mensen opgeleid om te werken in de zorg.
Dinsdag 16 april 2019 | Leestijd: 5 minuten | Silvie van de Haterd
Het nieuws staat er bol van: er is een personeelstekort in de zorg. We komen mensen tekort aan het bed, maar ook wetenschappelijk geschoold personeel én ondersteunend personeel blijkt steeds lastiger te vinden. Daarnaast is het verloop in de zorg ook nog eens hoog, waardoor er steeds meer vacatures bij komen. Men lijkt gewoon niet meer in de zorg te willen werken. Ondertussen stijgt de vraag naar zorg aanzienlijk, dus hoe kunnen we ervoor zorgen dat de juiste mensen deze zorg kunnen gaan en blijven verlenen?
De kans is groot dat je verhalen hebt gehoord over hulpbehoevende ouderen die nog maar 2 keer per week onder de douche kunnen omdat er te weinig tijd is. Of oudere echtparen die noodgedwongen (omdat er te weinig plaats is in verzorgingscentra) gescheiden van elkaar wonen omdat de één zorg nodig heeft en de ander nog niet. Dit soort verhalen worden breed uitgemeten in de media omdat ze de bezuinigingen in de zorg zouden kenmerken. Maar zijn die bezuinigingen wel het probleem?
Er wordt verwacht dat er in 2019 140.000 of meer vacatures ontstaan in de zorg, ruim 10.000 meer dan een jaar eerder. Hiervan wordt een deel uiteraard ingevuld, maar er zullen ook tienduizenden plekken open blijven staan. De bezuinigingen kunnen een deel van het probleem zijn; als er minder geld is, zijn de lonen logischerwijs ook lager. Maar is dit ook een verklaring waarom het moeilijk is om psychiaters, verslavingsartsen, SEH (Spoedeisende Eerste Hulp) artsen of bijvoorbeeld specialisten in ouderengeneeskunde te vinden? Dit zijn niet direct de beroepsgroepen waarbij een euro per uur meer of minder het verschil maakt, zou je denken.
Bovendien steekt de overheid nu juist weer geld in de zorg. Maar het probleem is daarmee blijkbaar nog niet opgelost. Integendeel, in 2019 lijkt het erop dat het uur van de waarheid is aangebroken. Als er nu niets verandert, komen we in 2022 100.000 tot 125.000 medewerkers tekort in de zorg. Oftewel, ruim 100.000 vacatures in de zorg zijn dan nog níet ingevuld. En wie zorgt er dan voor generatie Y tegen de tijd dat zij zorg nodig hebben?
Nee hoor, ongeveer 60% van de medewerkers in de zorgsector ziet dat hun werkgever acties neemt om het personeelstekort én de hoge werkdruk aan te pakken. 52% zegt zelfs dat er een actief beleid is om het verloop tegen te gaan. Een goed begin. Maar er is ook zeker nog werk aan de winkel. Nog niet overal wordt zichtbaar actie ondernomen en niet alle maatregelen zijn even effectief. Echter wordt er momenteel dus wel hard gewerkt aan een oplossing.
Voor werkzoekenden biedt de crisis in de zorg ook mogelijkheden. Door het tekort aan hogere functies kunnen mensen die al zijn opgeleid in de zorg, door middel van het volgen van extra trainingen/cursussen, hun niveau opkrikken en zo sneller in aanmerking komen voor een hogere functie. Ook zij-instromers, mensen die zich willen laten omscholen, komen eerder in aanmerking voor de gewenste opleiding én een bijpassende baan.
Het blijft natuurlijk een feit dat we handjes tekort komen in de zorg en dat dit niet 1,2,3 is opgelost. Door dit probleem zien we dat de noodzaak voor slimme technologieën, die taken uit handen kunnen nemen, enorm toeneemt. Zo worden in Doetinchem COPD patiënten thuis aan een zuurstofapparaat gekoppeld en digitaal begeleid. In Dordrecht kunnen mensen thuis, met coaching via bijvoorbeeld Skype, zelf chemotherapie ondergaan. Ook wordt aan patiënten met een zwangerschapsvergiftiging, onder begeleiding, thuis zorg aangeboden.
Naast dat dit zorgt voor extra lucht en ruimte in ziekenhuizen en voor het verzorgend personeel, betekent dit ook dat mensen vaker en langer in hun eigen omgeving kunnen verblijven. Dit bevordert het herstel en bovendien is de kans op onderlinge besmetting (met bijvoorbeeld de ziekenhuisbacterie MRSA) veel kleiner.
Tot slot zien we dat zorginstellingen steeds meer gebruik gaan maken van tools die het werk van de zorgverleners eenvoudiger en efficiënter kunnen maken. Vooral repeterende taken en taken die niet onder de primaire zorgtaken vallen (denk bijvoorbeeld aan administratie taken), worden vaak als niet prettig ervaren én nemen naast werkplezier ook veel tijd in beslag. Hoe meer men die tijd kan beperken, des te meer men daadwerkelijk met de handen aan het bed kan staan. Buiten het feit dat hiermee het werkplezier weer gaat toenemen, kan de werkdruk ook verminderd worden aangezien men tijd kan besparen die normaal verloren ging aan tijdrovende en demotiverende taken.